Bij wie neemt eHealth de pijn (nu echt) weg?
Het begrip ‘eHealth’ is veelomvattend. Aan de basis ligt doorgaans een slim stuk software, wat zorgt voor een efficiënter en goedkoper zorgproces. Meer fysiek komt eHealth tot uiting in domotica, sensortechnologie en robotica. Het is dan ook niet verwonderlijk dat beleidsmakers en subsidieverstrekkers worstelen met de vraag: wie moet nu voor eHealth betalen? En wie is nu degene die uiteindelijk de voordelen plukt van eHealth oplossingen?
Patiënt als uitgangspunt?
Veelgehoorde antwoorden op deze vragen wijzen richting de patiënt. Deze wordt immers beter geïnformeerd en krijgt hulpmiddelen aangereikt om het zorgproces te faciliteren. Ook de beleidsdoelstellingen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) wijzen richting de patiënt: we moeten online afspraken kunnen maken met de zorgverlener, een consult via skype-achtige oplossingen moet standaard worden en we moeten eenvoudig inzicht kunnen krijgen in ons medisch dossier. De patiënt is echter niet degene die (direct) de financiële pijn ervaart van de gezondheidszorg.
Zorgverzekeraars wellicht? Die betalen immers de zorgverleners voor hun werkzaamheden? In de praktijk zijn zorgverzekeraars op meerdere vlakken bezig met zorginnovatie. Het primaire belang van deze groep is echter kostenbesparing. Ze zijn bereid om te investeren, maar dan enkel wanneer een valide businesscase gecreëerd kan worden door bijvoorbeeld besparing op contacturen te realiseren of het efficiënter inrichten van de praktijk (het zorgproces?) van de zorgverlener. Deze kostenbesparing is meestal niet met harde cijfers te onderbouwen, waardoor de incentive voor de zorgverzekeraar ontbreekt.
De rol van de overheid
Ministerie van VWS dan? Zeker. Medio vorig jaar stonden de bladen nog vol met ‘Schippers trekt 20 miljoen uit voor eHealth’. Het bedrijfsleven wordt tot op heden echter financieel gepasseerd. Er wordt gewerkt aan het oprichten van praatclubjes die ‘opschalingscoalities’ genoemd worden, en investeringsfondsen kunnen onderling € 6 miljoen verdelen om het eigen investeringsbudget mee te verdubbelen. Ondersteuning van mooie initiatieven vanuit de ‘motor van de economie’ blijft echter uit.
Het ministerie van Economische Zaken – dé verstrekker van innovatiesubsidies – vervult ook al geen voortrekkersrol. Omdat de benodigde innovatie vaak relatief eenvoudig is, valt eHealth buiten de boot. Innovatieprogramma’s zijn immers gericht op technische innovaties die significante ontwikkelings- en investeringsrisico’s met zich meebrengen. In mijn optiek ontbreekt het dus aan stimulerende maatregelen omdat eHealth niet direct de pijn oplost van de specifieke beleidsmaker.
Ik ben geen patiënt … maar wat dan wel?
Waar veel eHealth ondernemers aan voorbij gaan, is het feit dat het merendeel van de mensen géén patiënt is. We hebben in Nederland plusminus 17,1 miljoen mensen, terwijl we in 2014 maar 42.344 ziekenhuisbedden hadden. Aangezien Health zich laat vertalen naar gezondheid, waarom zou eHealth dan niet moeten gaan om de gezonde mens? Zijn we soms niet bereid om te betalen voor gezondheid? En is het niet raar dat we wel een woord hebben voor een zorggebruiker, namelijk: patiënt, maar niet voor u en ik die momenteel gezond door het leven gaan?
Als bewegingswetenschapper ben ik dan ook van mening dat eHealth zou moeten gaan om gezondheid. En aangezien we allemaal een andere invulling geven aan gezond (de een wil graag marathons lopen, de ander ligt graag op de bank en voelt zich ook gezond), is de beste oplossing toegespitst op het individu. Hierbij doel ik niet op technologieën als Fitbit en Runkeeper die állemaal geënt zijn op prestatiebevordering (langer of sneller hardlopen), maar monitoren van gezondheid en persoonlijke interventies aanbevelen. Zou het namelijk niet geweldig zijn als de hartritmemeter die ik onmerkbaar draag een trendbreuk kan herkennen, vervolgens een hulpdienst oproept, waarna de hulpverlener door tijdig ingrijpen kan zorgen dat ik geen patiënt word? In mijn ogen heeft eHealth dus de mogelijkheid om de pijn te voorkomen, nog voordat deze weggenomen hoeft te worden.
Overleg met een expert
Of bel direct naar: 088 495 20 00