Het eind van vrijblijvend verduurzamen
In 2013 kwam het Energieakkoord tot stand. In het Energieakkoord is bepaald dat de voortgang van de geformuleerde doelstellingen in 2017 wordt geëvalueerd. Het doel van deze evaluatie is de mogelijkheid tot bijsturing, wanneer blijkt dat de maatregelen uit het Energieakkoord niet afdoende zijn voor het behalen van de doelstellingen. Het is uiteraard geen toeval dat deze evaluatie samenvalt met de formatie van de nieuwe regeringscoalitie.
De urgentie voor verduurzaming wordt breed gedragen. Buiten de roep om maatregelen vanuit het bedrijfsleven, zal met name het groeiende draagvlak vanuit het electoraat – welke blijkt uit de verkiezingsuitslag – aanleiding geven tot een koerswijziging. Hoe zou een dergelijke koerswijziging eruit zien? En hoe kan een dergelijke koerswijziging uw organisatie beïnvloeden? Ik beschrijf hieronder drie instrumenten die de overheid mijns inziens tot haar beschikking heeft om de verduurzaming van Nederland te versnellen.
Neem contact op
Of bel direct naar: 088 495 20 00
Wet milieubeheer
De Wet milieubeheer schrijft voor dat alle duurzaamheidsinvesteringen met een terugverdientijd van minder dan 5 jaar verplicht uitgevoerd moeten worden. Uit de praktijk blijkt echter dat deze wetgeving eenvoudig te ontwijken is. Een verklaring van het ontbreken van het benodigde kapitaal is bijvoorbeeld al voldoende. Daarnaast is deze wetgeving vrijwel onmogelijk te handhaven door een gebrek aan capaciteit en kennis binnen de handhavende omgevingsdiensten.
Op dit moment is de ETS sector verplicht om haar CO2-uitstoot te verantwoorden. MJA3/MEE convenanthouders verantwoorden hun uitstoot op een meer vrijwillige basis. Door wetgeving en handhaving beter op elkaar af te stemmen, kan het bereik van CO2-uitstootrapportages worden vergroot. Door het verplichten van dergelijke rapporten kan de voortgang van de reductie van CO2-uitstoot inzichtelijk worden gemaakt. Meten is weten. Bij onvoldoende voortgang kan de overheid overgaan tot sancties. Meer transparantie over de voortgang is een eerste stap om de verduurzaming van het Nederlandse bedrijfsleven te stimuleren.
Energiebelasting
De Nederlandse overheid heft belasting over het verbruik van elektriciteit en gas door middel van energiebelasting. De belastingtarieven zijn degressief, waardoor de belastingdruk per eenheid lager wordt naarmate het verbruik toeneemt. Het verschil tussen het laagste en hoogste tarief is meer dan 99%. Nederland beperkt hiermee de energiebelasting op grootverbruikers wegens concurrentiepositie overwegingen. Dit is overigens een maatregel conform de Europese afspraken.
Door de tarieven van energiebelasting voor grootverbruikers te verhogen, kan de momenteel lage kostprijs van energie kunstmatig verhoogd worden. Dit stimuleert enerzijds energiebesparing, maar het verslechtert de concurrentiepositie. Wat als zware industrie vanuit kostprijsoverwegingen verhuist naar landen met een eenvoudigere milieuwetgeving? Het poldermodel blijkt in het verduurzamingsproces een remmende factor te zijn. Nederland schreeuwt om vastberadenheid en daadkracht voor het behalen van onze duurzaamheidsovertuigingen. Als industrie op ons grondgebied daarin niet mee wil, dan zij dat zo.
Subsidies verduurzaming
Last but not least, subsidies. Verduurzaming is iets positiefs en moet niet gezien worden als een straf. Het levert immers, zeker op de lange termijn, diverse economische voordelen op. Om duurzaamheidsinvesteringen voor ondernemers rendabel te maken en/of beslissingsbevoegden over de streep te trekken, zou de overheid het huidige duurzaamheidssubsidielandschap kunnen verbreden en verdiepen. Met het oog op de achterstand op de doelstellingen uit het Energieakkoord en het klimaatakkoord van Parijs, zal de komende regeringscoalitie eigenlijk wel moeten.
Alle signalen wijzen op het einde van het tijdperk van vrijblijvend verduurzamen. Het is nu wachten op de maatregelen die de toekomstige coalitie beschrijft in haar regeerakkoord. We houden u op de hoogte.
Overleg met een expert
Of bel direct naar: 088 495 20 00