Gooit de oorlog in Oekraïne de energietransitie in een stroomversnelling? – Deel II

Door de oorlog in Oekraïne is ook het besef gekomen dat Europa nog sneller van fossiele naar duurzame energie moet overstappen. Er is momenteel meer behoefte dan ooit aan ambitieuze plannen. Er zijn geen taboes meer, landen moeten koste wat kost minder afhankelijk worden van Russisch gas, aldus Eurocommissaris voor klimaat Frans Timmermans. In Deel II gaan we daarom dieper in op de plannen en programma’s waarmee de Europese Commissie (EC) dit op zowel lange als korte termijn wil bereiken.

Het vorige deel gemist? Lees hier Deel I.

EU Taxonomie: groene investeringen met een controversieel randje

Wat is taxonomie?

We starten Deel II met een korte blik op de taxonomieverordering. De Green Deal omvat een investeringsplan van € 1 biljoen voor de komende tien jaar. Deze investeringen zullen niet alleen vanuit de Europese Unie (EU) moeten komen maar ook vanuit de private sector. Hier hoort een duurzaam financieel stelsel bij. Onderdeel hiervan is een uniform classificatiesysteem of ‘taxonomie’. De taxonomie moet antwoord geven op de vraag of een economische activiteit ecologisch duurzaam, of wel groen, is.

Tot voor kort was er geen duidelijk definitie en was het vaak onduidelijk of een belegging of investering bijdraagt aan een beter milieu of niet. De taxonomie moet daar een einde aan maken en voorkomen dat er bijvoorbeeld sprake is van ‘greenwashing’ waarbij een belegging of investering als duurzaam wordt gepresenteerd maar dit in feite niet is. Door middel van dit systeem wordt meer zekerheid geboden aan investeerders waardoor het aantrekkelijk wordt om duurzaam te beleggen, de versnippering van de markt tegengaan, investeringen helpen verschuiven naar waar ze het hardst nodig zijn en weg te leiden van fossiele of ‘bruine’ investeringen.

Verliest de EC haar geloofwaardigheid?

Op het eerste gezicht lijkt dit een uitstekend plan. Een belangrijk controversieel discussiepunt – nog voor de oorlog in Oekraïne – was het opnemen van gas en kernenergie in deze verordening. Hoewel de EU-lidstaten verdeeld zijn over de rol van gas en kernenergie in de energietransitie, werd het besluit om gas en kernenergie toch op te nemen gedeeltelijk gerechtvaardigd met het argument dat het de energiezekerheid van de diverse EC lidstaten waarborgt. Ingehaald door de actualiteiten lijkt een revisie voor de hand. Immers, er was al het argument dat het opnemen van deze categorieën de geloofwaardigheid van de klimaatambities van de EC aantast. Anderzijds geeft het ook een signaal aan Rusland dat de EC fossiel gas en kernenergie nog steeds ziet als een ‘groene en duurzame’ investering. Dit staat haaks op de wens om de afhankelijkheid van (Russisch) gas dramatisch in te perken.

REPowerEU ondersteunt het EU-energiesysteem

Begin maart heeft de EC een eerste schets gegeven van een plan om Europa ruim vóór 2030 onafhankelijk te maken van Russische fossiele brandstoffen. In deze schets heeft de EC een plan uiteengezet bestaande uit diverse maatregelen om in te spelen op de stijgende energieprijzen in Europa en om de gasvoorraden aan te vullen voor de komende winter. Zo bevat het een aankondiging voor een wetgevingsvoorstel dat ervoor moet zorgen dat de ondergrondse gasopslagen in de hele EU tegen 1 oktober 2022 voor minimaal 90% gevuld zijn.

Daarnaast geeft het ook meer richtlijnen onder welke voorwaarden staatsteun mag worden geboden aan ondernemingen die te lijden hebben onder hoge energieprijzen. Het voorstel voorziet in toezicht op en handhaving van de vulniveaus en in solidariteitsregelingen tussen de lidstaten. Daarnaast komt er extra onderzoek naar mogelijk manipulatie van de gasmarkt door marktdeelnemers (met name Gazprom).

Veerkracht van het EU-energiesysteem vergroten

Tot slot stelt de EC twee pijlers voor om de veerkracht van het EU-brede energiesystem te vergroten door te kiezen voor:

  • Diversificatie van de gasvoorziening, via meer invoer van vloeibaar aardgas (LNG) en pijpleidingen van niet-Russische leveranciers, en grotere hoeveelheden biomethaan en hernieuwbare waterstofproductie en -invoer;
  • Snellere vermindering van het gebruik van fossiele brandstoffen in onze huizen, gebouwen, industrie en elektriciteitssysteem, door energie-efficiëntie te stimuleren, hernieuwbare energiebronnen en elektrificatie uit te breiden en infrastructurele knelpunten aan te pakken.

Deze meeste lidstaten hebben de mededinging van de EC over REPowerEU toegejuicht. Een aantal landen daarentegen, waaronder Nederland, hebben in een open communicatie aangegeven dat deze aanpak ook de noodzaak onderstreept van een ambitieus “Fit-for-55” pakket en het belang om meer vaart te zetten achter de acceptie en implementatie hiervan.

Hervorming van EU-beleid met Fit-for-55 

Fit for 55 is een groot pakket waarmee het EU-beleid significant hervormd zal worden en beslaat zo’n 12.000 bladzijden. De doelstelling van het pakket is om de uitstoot van broeikassen in 2030 met 55% omlaag te brengen ten opzichte van het niveau van 1990, met als uiteindelijk doel een klimaatneutraal Europa in 2050.

Fit-for-55 wetsvoorstellen

Het pakket bestaat uit een aantal wetsvoorstellen, die moeten zorgen voor de realisatie van de doelstellingen van de Green Deal, waaronder:

  • Wijziging van de Richtlijn Energie-Efficiëntie. In 2030 moet zowel het primaire als het finale energieverbruik gedaald zijn, met respectievelijk 39% en 36%. Dit heeft ook gevolgen voor aanbestedingen, renovatie van (publieke) gebouwen en het verlenen van vergunningen;
  • Aanscherpen van de Richtlijn hernieuwbare energie. In 2030 moet 40% van de energie uit hernieuwbare bronnen komen;
  • Herziening van de energiebelastingrichtlijn;
  • Herziening van het bestaand EU-systeem van verhandelbare emissierechten (ETC). De EC wil enerzijds het aantal emissierechten dat is uitgegeven vervangen. Daarnaast wil de EC de maritieme transportsector onderbrengen onder het ETS systeem en een vergelijkbaar systeem opzetten voor de wegvervoer -en bouwsector;
  • Strengere CO2-emissienormen voor voertuigen;
  • Uitrol van een netwerk voor oplaad-en tankinfrastructuur voor schonere voertuigen;
  • Het invoeren van een koolstofprijs mechanisme voor de import van een aantal zeer vervuilende producten (bijvoorbeeld ijzer en staal).

Landen draaien bij in het voordeel van fit-for-55

Zoals bij de meeste ambitieuzen hervormingen gaan de onderhandelingen en daarmee de implementatie traag. Een belangrijk ontwikkeling voor ‘Fit for 55” is dat EU landen die voorheen de grootste bezwaren hadden tegen het pakket, en het meest afhankelijk zijn van Rusland, nu toch een belangrijke draai aan het maken zijn in het voordeel van ‘Fit for 55’. Een voorbeeld van een dergelijk land is Bulgarije dat bijna geheel afhankelijk is van Russisch gas. Voor dit land is het streven naar hernieuwbare energiebronnen nu een veiligheidsprioriteit geworden.

Veranderingen op het gebied van staatsteun

Een belangrijk onderdeel van de aangekondigde richtlijnen en plannen van de EC zijn de onderliggende staatsteunregels. Deze geven immers het raamwerk waaronder lidstaten steun en subsidies kunnen verstrekken. In het kader van de huidige ontwikkelingen en EU green deal zijn er dit jaar een aantal belangrijke veranderingen.

CEEAG vervangt EEAG

De EC heeft op 27 januari 2022 haar nieuwe richtsnoeren inzake staatssteun voor klimaat, milieubescherming en energie (CEEAG) formeel goedgekeurd. De CEEAG vervangen de richtsnoeren die sinds 2014 van kracht waren (EEAG) en integreren de nieuwe doelstellingen van het EU Green Deal / Fit-for-55-pakket. Deze nieuwe richtsnoeren zullen waarschijnlijk jarenlang het centrale staatssteunkader zijn voor milieubescherming en energieprojecten. De EEAG vormden bijvoorbeeld het kader voor de populaire SDE++ regeling, maar leidde bijvoorbeeld ook tot beperkingen bij het subsidiëren van een grootschalige H2-projecten (bijvoorbeeld het aantal vollasturen dat in aanmerking komt).

General Block Exempt Regulation

Een tweede belangrijke kader zijn de algemene groepsvrijstellingsverordening: General Block Exempt Regulation (GBER). Dit kader vormt de basis van ongeveer 90% van alle nationale en regionale subsidieregelingen en zal naar verwachting in de tweede helft van 2022 worden herzien. De wijziging beoogt nieuwe mogelijkheden voor lidstaten om investerings- en exploitatiesteun te verlenen voor diverse soorten “groene” projecten. Dit omvat onder meer een verhoging van de maximale subsidie die mag worden gegeven, maar ook een uitbreiding van activiteiten die in aanmerking komen. Denk hierbij aan:

  • CO2-reducerende maatregelen, investeringen in schone of emissievrije voertuigen;
  • infrastructuur voor het opladen en tanken van schone voortuigen;
  • investeringen in groene waterstofprojecten en infrastructuur;
  • hogere investeringssteun voor energie-efficiëntieprojecten in gebouwen;
  • herstel van natuurlijke biotopen en ecosystemen; of
  • de bescherming en het herstel van de biodiversiteit.

Deel III: alternatieven voor gas

In dit deel van de serie hebben we gekeken naar de ontwikkeling van de diverse richtlijnen voor regelgeving. Deze zullen op zowel korte als langere termijn het subsidielandschap beïnvloeden en daarmee ook een belangrijke spil zijn in de mate waarin en waarop in duurzame alternatieve geïnvesteerd kan worden. In het volgende deel van deze serie gaan we dieper in over de diversificatie strategie en alternatieven voor gas, waaronder waterstof.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Specialist dr. Bram van Weerdenburg spart graag met u over de huidige ontwikkelingen en wat deze betekenen voor de subsidiekansen. Neem contact met hem op via b.vanweerdenburg@hezelburcht.com of bel naar 088 495 20 00.