Scherpere beoordeling WBSO zorgt voor onduidelijkheid
De WBSO is een prachtig subsidie-instrument vanuit de overheid om innovatie te stimuleren. Ondanks dat de regeling hier en daar enkele gebreken heeft, is het in algemene zin een zeer succesvol instrument te noemen. De laatste jaren merk ik dat er sprake is van een bepaalde trend in de beoordeling: de wettekst wordt steeds strenger en nauwer gevolgd. Hierdoor laat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) minder ruimte voor het beoordelen van aanvragen in de geest van de regeling.
Neem contact op
Of bel direct naar: 088 495 20 00
Spijkers op laag water zoeken
De WBSO bestaat al sinds 1994 en is in die tijd behoorlijk veranderd. De laatste jaren is de WBSO echter relatief ongewijzigd gebleven, afgezien van het schrappen van twee relatief weinig gebruikte modules in 2016. Toch merken wij als consultants dat de behandeling van aanvragen steeds strenger lijkt te worden. Zaken die voorheen goedgekeurd werden worden nu strenger onder de loep gehouden. Soms is dit terecht, soms voelt het als spijkers op laag water zoeken. Een van de zaken waar RVO duidelijk strenger op controleert is het criterium dat elke aanvrager op zichzelf staand speur- en ontwikkelingswerk (S&O) moet uitvoeren. RVO controleert dit door vragen te sturen als twee entiteiten een identieke WBSO aanvraag indienen. Oók als dit overduidelijk twee bv’s van hetzelfde bedrijf zijn met mensen die op exact dezelfde fysieke locatie samenwerken.
De wet is leidend voor RVO en stelt het volgende: elke entiteit die WBSO aanvraagt moet zijn eigen S&O-activiteiten uitvoeren. Alleen als er sprake is van een fiscale eenheid mogen bv’s samengevoegd worden tot één bv. Wanneer twee bv’s van dezelfde eigenaar samenwerken, moeten ze volgens de wet dus allebei een eigen unieke WBSO aanvraag indienen, tenzij er sprake is van een fiscale eenheid. In het laatste geval mogen de aanvragen identiek zijn. Het komt ook wel eens voor dat het geheel aan S&O-werkzaamheden in aanmerking komt voor subsidie, maar dat er voor de aanvraag geen uitsplitsing mogelijk is van de S&O-werkzaamheden over de ondernemingen.
Geest van de WBSO regeling
Het is volkomen begrijpelijk dat onafhankelijke ondernemingen zelf S&O-activiteiten moet uitvoeren om in aanmerking te komen voor subsidie. Wanneer ondernemingen echter duidelijk bij elkaar horen en alleen boekhoudkundig niet onder één noemer vallen, is een dergelijke eis mijns inziens onterecht. Voorwaarde is natuurlijk wel dat het project verder geheel aan de WBSO eisen voldoet. Er ontstaat dus een gekke situatie. Boekhoudkundig wordt het zeer voordelig om bv’s samen te voegen, aangezien er zo eenvoudiger aanspraak gemaakt kan worden op de WBSO. Ook administratief gezien is het voordelig; men hoeft geen separate dossiers bij te houden.
Kortom, RVO stuurt vragenbrieven bij identieke WBSO aanvragen. Of er op dezelfde locatie samengewerkt wordt maakt niet uit, zelfs niet als de ondernemingen aan exact hetzelfde project werken en van dezelfde eigenaar zijn. Hoewel RVO hiermee de letter van de wet exact volgt, is dit tegenstrijdig met de geest van de regeling: het stimuleren van innovatie. Mijn stelling is dan ook dat RVO terug moet naar het begunstigde beleid waarbij entiteiten die duidelijk bij elkaar horen weer dezelfde aanvragen kunnen indienen. Op deze manier kunnen innovatieve bedrijven eenvoudiger toegang krijgen tot de WBSO zonder dat hier boekhoudkundige trucs voor nodig zijn.
Overleg met een expert
Of bel direct naar: 088 495 20 00